Posts

Beknopte theologie van 1-3 Johannes

Afbeelding
Auteur: Johannes, de zoon van Zebedeus en de broer van Jakobus, is de auteur is van 1-3 Johannes (Mar. 1:19-20). Hij schreef deze brieven uit vaderlijke bewogenheid aan zijn ‘geestelijke kinderen’. Hun staan in het geloof werd bedreigd door de lokstem van wereldgelijkvormigheid en de listen van dwaalleraren. Naast de duidelijke overeenkomsten tussen de brieven en het evangelie naar de beschrijving van Johannes zijn er vele getuigen uit de Vroege Kerk die Johannes als de auteur van het evangelie en de brieven noemen, waaronder Papias (ca. 65-130 n. Chr.), Polycarpus van Smyrna (ca. 69-156 n. Chr.) en Ireneüs van Lyon (ca. 135-202 n. Chr.). Zowel 1-3 Johannes als het evangelie bevatten zinnen die typerend zijn voor de evangelist Johannes, de karakteriserende korte vocabulaire en het veelvuldig gebruik van contrasterende zaken, zoals ‘licht en duisternis’. In 2 en 3 Johannes refereert Johannes naar zichzelf als ‘de ouderling’ (2 Joh. 1:1, 3 Joh. 1:1, verg. 1 Pet. 5:1). Ouderling kan hier

Lezing: Duisternis vóór het licht. Over de komst van de antichrist

Afbeelding
Lezing: Duisternis vóór het licht. Over de komst van de antichrist, lezing Solidamentum Lezen: 1 Joh. 2:18-29 Zingen: Ps. 68:1 en 11 Geachte leden van Solidamentum, Hartelijk dank voor uw uitnodiging om te komen spreken over de komst van de antichrist. Het was geen eenvoudig onderwerp om te bestuderen en soms kwam ik bedrukt en met een hoofd vol gedachten uit de studeerkamer. Toch zal blijken dat we als christenen niet om deze belangrijke waarheid heen kunnen: er zal een antichrist komen en wij moeten ons hierop voorbereiden. Ik heb deze lezing in twee delen opgedeeld, namelijk: de komst van de antichrist en zijn rijk en de val van de antichrist en zijn rijk. Tijdens het bespreken van deze twee delen hoop ik zoveel mogelijk vragen die ik van de secretaris heb gekregen te beantwoorden. Hierbij moet ik gelijk opmerken dat ik lang niet alles wat er over de antichrist te zeggen valt in deze lezing heb kunnen verwerken. Mede daarom heb ik telkens in voetnoten vermeld waar ik de informatie v