Het gezag van Gods Woord, artikel voor Depositum Custodi

Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust. 2 Tim. 3:16-17

Door: J.W.J. Treur

Geïrriteerd keek de hoogleraar Nieuw-Testament de theologiestudent voor hem aan…of de gehele Schrift door God geïnspireerd is? Natuurlijk niet! Die naïviteit had men ten tijde van de Middeleeuwen. De moderne mens weet wel beter!

Voor velen van ons zal het geen verrassing zijn om te vernemen dat de Bijbel de laatste decennia aan gezag heeft ingeboet. De Bijbel wordt niet langer als Goddelijk geïnspireerd gezien maar, op zijn best, als interessante wereldliteratuur. Een boek waar de premoderne mens zijn leven naar inrichtte, maar de moderne mens weinig meer mee kan.

Toch is het een misvatting om te denken dat deze ontwikkeling iets van de laatste jaren is! Dit korte fragment is namelijk afkomstig uit 1870 en is een direct gevolg van de tekstkritische benadering van de Bijbel die rond 1830 in Duitsland begon. Een positieve kant van deze ontwikkeling was dat men meer aandacht kreeg voor de eigenheid van de Bijbelboeken, maar de gevolgen bleken op de langere termijn desastreus. Zowel de eenheid van de Bijbelse boodschap als de Goddelijke oorsprong van de Bijbel werden meer en meer op de hak genomen. En zonder vertrouwen in de ons gegeven geschriften van apostelen en profeten raakt het geloof in God en in zijn Zoon Jezus Christus uit de koers en mist de haven (Van Bruggen 230).  

In dit voorbereidingsartikel willen wij nadenken over wat het betekent dat de Bijbel gezaghebbend is. Omdat wij geloven dat het christendom geen bastion dient te zijn maar ook in de maatschappij een opdracht tot getuigen heeft, willen wij ook kort nadenken over de gevolgen van het verlies van het gezag van de Bijbel en hoe wij hier mee om dienen te gaan.

De Bijbel en openbaring

De Nederlandse Geloofsbelijdenis belijdt in Artikel 2 het dat wij God door twee middelen kunnen kennen. Ten eerste door de schepping, onderhouding en regering van de gehele wereld. Ten tweede geeft Hij Zichzelven ons nog klaarder en volkomener te kennen door Zijn Heilig en Goddelijk Woord, te weten, zoveel als ons van node is in dit leven, tot Zijn eer en de zaligheid der Zijnen.

Het kennen van God is het meest belangrijke in dit leven. God heeft de mens geschapen om tot Zijn eer te leven. Deze relatie houdt in dat we weten Wie Hij is. Omdat Hij persoonlijk is, openbaart God Zichzelf aan ons. Hij heeft dit gedaan door een algemene openbaring, de wereld, en een speciale openbaring, het Woord van God (ESV 2507). De mensheid heeft deze goddelijke, openbaring nodig om los te breken uit hun subjectieve, cultureel gebonden en verzondigde beperkingen (ESV 2507). Door Gods Woord en Geest kunnen mensen weer in het reine met God komen door de verdienste van Jezus Christus. De mensheid kan dus niet zonder de Bijbel.

Het gezag van de Bijbel

Maar waaraan ontleent de Schrift nu haar gezag? Is dat iets wat de kerk heeft ingesteld? Het antwoord is gelegen in het Auteurschap van de Bijbel. De hervormde dominee Hellenbroek vraagt in zijn Voorbeeld der Goddelijke Waarheden het volgende: Wie heeft de Heilige Schrift laten beschrijven? Antwoord: God. Hij baseert dit o.a. op 2 Tim. 3:16 waar staat dat al de Schrift van God is ingegeven. Men zou dit ook zo vanuit het Grieks kunnen vertalen: al de Schrift is door God uitgeademd. De Bijbel ontleent haar ware, autoritaire, krachtige en heilige karakter dus aan God Zelf! De Heere heeft door de unieke persoonlijkheden en omstandigheden van de Bijbelschrijvers Zijn eigen Woord als het ware uitgeademd. Met eerbied gesproken: wie met de oren van het geloof naar de Bijbel luistert hoort de hartslag van God.

Dit gezag van de  Schrift is ten allen tijde in de Christelijke kerk erkend. Volgens Bavinck is de christelijke kerk onder het gezag van de Schrift geboren en opgegroeid (Bavinck 423). En wat meer is, de Heere Jezus Zelf heeft tijdens Zijn leven telkens opnieuw het gezag van het Woord bevestigd. Jezus heeft, zo zet Kohlbrugge uiteen, in Zijn ambt van leraar de Schriften volstrekt niet misprezen of als louter ongeestelijke letter beschouwd. Integendeel, iedere sabbat bezocht Hij naar Zijn gewoonte de synagoge, waar Mozes en de Profeten werden gelezen. In geen enkel opzicht wilde Hij Zich daarboven verheffen. De Schrift moest het geheel en alleen zijn waarin Hij Zich bewoog (De Reuver 36). De Heere Jezus leerde met een autoriteit die Hem onderscheidde van andere leraren van de wet. En ook het Nieuwtestamentische getuigenis van de discipelen was gebaseerd op de autoriteit die Jezus aan hen gaf (Mark. 3:13-19; Joh. 16:12-14; Hand. 26:16-18; 1 Kor. 2:12-13).

Als men in de literatuur naar een definitie van het woord gezag zoekt, komt men de volgende kernwoorden tegen: overwicht, autoriteit, invloed, macht en bevoegdheid. Deze omschrijvingen zijn van toepassingen op de autoriteit van de Schrift, maar als Woord van God staat zij boven alle gezag van mensen in staat en maatschappij en in wetenschap en kunst (Bavinck 434). Voor haar moet alles wijken want men moet Gode meer gehoorzamen dan de mens. Enkel het gezag van de Schrift breidt zich over heel de mensheid uit. Zij staat boven verstand en wil en boven hart en geweten; zij is met geen andere autoriteit te vergelijken (Bavinck 434).

Omdat de natuurlijke mens niets met deze autoriteit kan en wil, stelt zij al haar hoop en verwachting op de autonomie van de menselijke geest (Van Til 192). Men gaat uit van harde feiten en van kansen (door sommige toeval of het lot genoemd). Met een Almachtige, Soevereine God wil men niets van doen hebben. Of beter gezegd: willen wij niets van doen hebben. De eeuwigheid die God in onze zielen en harten heeft geplaatst proberen we weg te drukken. Wij kunnen slechts gehoorzaam worden door het wederbarende werk van de Heilige Geest (Van Til 195). En daarom valt de discussie van de autoriteit van de Schrift en het accepteren hiervan onder de pneumatologie (Van den Belt 335). Niet alleen vindt men Zijn getuigenis in de Heilige Schrift, maar het is ook de Heilige Geest Die ons innerlijk overtuigd van de betrouwbaarheid van Gods Woord.
De leer van het getuigenis van de Heilige Geest (testimonium Spiritus Sancti) danken wij vooral aan Calvijn, al treffen we bij Augustinus, bij Luther en andere hervormers verwante gedachten aan (Van Genderen & Velema 112). Dezelfde Geest die door de mond van de profeten gesproken heeft, moet daarom doordringen in ons hart om ons ervan te overtuigen dat zij getrouw naar voren gebracht hebben wat hun van Godswege opgedragen was (Calvijn, I,7,4).

De onfeilbaarheid van de Bijbel

Niet alleen is de Bijbel gezaghebbend voor de mens omdat ze van God afkomstig is, ze is ook onfeilbaar. Hier wordt mee bedoeld dat de Bijbel betrouwbaar en dat er alles in staat om Godzalig te leven en te sterven. De God van de Bijbel is alwetend, almachtig, betrouwbaar en goed. Hij vertelt de waarheid en is bij machte dit te communiceren en Zijn Woord te bewaren en te beschermen. Nu dan, Heere HEERE! Gij zijt die God, en Uw woorden zullen waarheid zijn, en Gij hebt dit goede tot Uw knecht gesproken. 2 Sam. 7:28.

Onfeilbaarheid heeft daarom geen 21-eeuwse precisie of wetenschappelijk technische taal nodig (ESV 2508). Het geeft de gelovige vertrouwen in de Bijbel als zijn leidraad om alles te weten wat God wil dat de gelovige weet en alles wat hij nodig heeft voor een godzalig en eeuwig leven. Daarom dienen wij onze gedachten en morele normen aan de Bijbel te onderwerpen.

De afname van het gezag

Waar een algemene tendens tot een verguizen van gezag in de maatschappij kan worden waargenomen is deze wat betreft de Bijbel wel heel erg duidelijk aan te wijzen. Men ontkent glashard dat Gods Woord ook maar de minste zeggenschap over hun leven zou hebben. Toch is het te kort door de bocht om enkel de Verlichting, de opkomst van de moderne wetenschap of zelfs de satan hiervan de schuld te geven. Doordat de menselijke rede op de troon kwam te staan heeft dit ook een desastreuze doorwerking in de kerken gehad.
Het geloof in de Bijbel als gezaghebbend Woord is mede door het christendom zelf voor de belangrijk deel te gronde gericht (Lloyd-Jones 107). Het is waar dat de mens van nature zelf op de troon wil zitten maar ook het christendom draagt schuld in het feit dat ze zo vaak in gebreke is gebleven om de mensheid te wijzen op de gevaren hiervan. Velen zijn buiten de kerk beland omdat ze de impressie hadden dat de kerk zelf niet langer geloofde in de autoriteit van de Bijbel (Lloyd-Jones 108). En met dat de moderne mens is gestopt met het buigen voor het gezag van de Bijbel, zijn ze gestopt met het geloven in wet, rechtvaardigheid en recht. Waar autoriteit en oordeel verdwijnen komt anarchie. Daar maken wij van iets weer niets. Proberen wij Gods goede scheppingsorde te verstoren. 

En wat is de mens rusteloos geworden! Van liberalisme, communisme tot nationaalsocialisme, het heeft allemaal gefaald. Maar heeft dit ervoor gezorgd dat de mens weer is gaan vragen naar God en Zijn Woord? Nee. Men ziet er niet langer het nut van in en wil er in veel gevallen ook niet over nadenken. De zonde, ofwel rebellie tegen God, heeft ervoor gezorgd dat ons verstand verduisterd is en wij niet langer willen luisteren naar de Weg, de Waarheid en het Leven. De Bijbel noemt de mens die in zijn hart zegt dat er geen God is dwaas. Een dwaas is iemand die zijn positie niet realiseert en er ook niet over na wil denken.
Velen in onze maatschappij leven eigenlijk niet maar bestaan slechts. En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos. Joh. 3:19.

Wat nu?

Maar is er nog een mogelijkheid om de mensheid weer te overtuigen van het gezag van de Bijbel? Men heeft dit in de loop der eeuwen op vele wijzen geprobeerd. Er is gewezen op het feit van de historische waarde van de Bijbel en het christendom in de ontwikkeling van kerk, cultuur en wetenschap. Dit moge waar wezen, maar de gemiddelde mens is niet geïnteresseerd in dat soort zaken (Lloyd-Jones 110). Onze maatschappij is zo druk met allerhande substituten van het ware geluk, dat men niet langer de tijd neemt om na te denken over eeuwigheidsvragen.

Een andere poging waar vaak veel van verwacht wordt is een intensiever gebruik van apologetische methoden en tactieken. Nu is er niets mis met Bijbelsgefundeerde apologetiek maar het gevaar is groot dat wij de boodschap van de Bijbel aanpassen aan moderne visies en wereldbeschouwingen (Lloyd-Jones 110). Als christen hebben wij de plicht om van Gods Woord te getuigen maar dan wel vanuit de houding dat wij niets van Zijn Woord af mogen doen. Concreet betekent dit dat er een punt zal komen waar wij tegenstand zullen ontmoeten.

Een derde poging waar ik kort op in wil gaan is de kwestie van de vertaling. Er zijn velen die denken dat de mensen de Bijbel weer gaan lezen en haar gezag op waarde gaan schatten als de vertaling eenvoudig en begrijpbaar is. Zonder hier een bepaalde vertaling op het oog te hebben, is dit toch een misvatting. Men leest de Bijbel niet omdat deze te moeilijk zou zijn, ze lezen niet omdat ze er niet in geloven. Ze geloven niet in de God van de Bijbel en willen dit ook niet. Hun probleem is niet de taal en terminologie, het is de staat van het hart (Lloyd-Jones 114).

Maar is er dan helemaal niets wat we kunnen doen? Jawel! Namelijk het Woord proclameren vanuit de volle autoriteit die het Woord eigen is. We moeten de Bijbel niet benaderen vanuit de vraag of ze waar is, maar vanuit een verlangen om de waarheid die er in staat te begrijpen. Het is geen mensenboek en dat wonder mogen en moeten we doorgeven.
Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken. 2 Pet. 1:20-21.

Onze zaligmaker geloofde het Woord. Hij was het Woord. Hij zegt: de Schrift niet kan gebroken worden. Joh. 10:35. Wie zijn wij om dat tegen te spreken? Daarom mogen en moeten wij onze naaste erop wijzen dat de Bijbel gezaghebbend is. Niet primair omdat wij dat zo geloven, voelen of ervaren maar omdat het zo is. De Bijbel is niet postmodern en wij zijn niet degene die betekenis en/of waarde aan de Bijbel geven maar andersom! Vanuit die houding mogen we getuigen van de wondere eenheid en boodschap van de Schrift. Dat hoewel er 66 Bijbelboeken zijn, geschreven in verschillende tijden door verschillende mensen, er toch één boodschap in staat. Laten we vertellen van de vele vervulde profetieën. De Bijbel is het enige boek wat het leven verklaart. Dat de vele gebroken relaties, psychische problemen, oorlogen en milieuproblemen er niet zijn vanwege het noodlot maar vanwege ons. En dat de valse en fictieve autonomie eens de eeuwige ondergang van een onbekeerd mens zal betekenen.  

Daarom is het belijden van het gezag van de Bijbel niet zonder consequenties. Uiteindelijk zal elke knie zich buigen. Vrijwillig of niet vrijwillig. Laten we bidden om kracht en wijsheid om Gods Woord door te geven en dat het zal zijn als een hamer, die een steenrots te morzel slaat. Jer. 23:29.

Zie er staat geschreven: Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want Gij zijt alleen heilig; want alle volken zullen komen, en voor U aanbidden; want Uw oordelen zijn openbaar geworden. Openb. 15:4.

Buigen wij al voor het Woord? Is het voor ons al als een schatkamer van eeuwig heil geworden? Nog is er tijd! Moge de Heere het verhoeden dat Christus straks niet aan ons zal vragen: ‘Heeft u het niet gelezen?’

O Word of God incarnate,
O wisdom from on high,
O truth unchanged, unchanging,
O light of our dark sky!

O make thy Church, dear Saviour,
A lamp of burnished gold,
To bear before the nations
Thy true light as of old.

Literatuur

-Bavinck, H. Gereformeerde dogmatiek. Kampen, 1967.
-De Reuver, A. H.F. Kohlbrugge. Kampen, 2005.
-ESV. English Standard Version, Study Bible. Illinois, 2008.  
-Hellenbroek, A. Voorbeeld der Goddelijke Waarheden. Apeldoorn, 2008.
-Calvijn, J. Institutie, vertaling dr. C.A. de Niet. Houten, 2009.
-Lloyd-Jones, D.M. Knowing the Times. Edingburgh, 2001.
-Van Bruggen, J. Het kompas van het christendom, Ontstaan en betekenis van een omstreden bijbel. Kampen, 2003.
-Van den Belt, H. The Authority of Scripture in Reformed Theology, Truth and Trust. Leiden, 2008.
-Van Genderen, J. & Velema, W.H. Beknopte Gereformeerde Dogmatiek. Kampen, 1993.
-Van Til, C. Christian Apologetics. New Jersey, 2003.

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22