Meditatie: De belijdenis van Rachab de hoer
Lezen: Jozua 2:1-13 Want de HEERE, ulieder God, is een God boven in den hemel, en beneden op de aarde. Soms gaan nieuwtjes snel. U kent dat wel, je vertelt iets tegen een ander en voordat je het weet is het overal bekend. Dit gold ook voor het volk Israël ten tijde van Jozua. Sneller dan het volk door de woestijn trok, verspreidde zich het nieuws over hun ontsnapping aan de moordzuchtige farao van Egypte. De wildste verhalen deden de ronde over dit vreemde volk. Het scheen namelijk dat zij een God diende Die niet aan tijd of plaats gebonden was. Een volk wat anders was dan andere volken en huis en haard had verlaten. Kortom, een vreemd volk dus. Deze verhalen hadden ook de koning van Jericho bereikt. Deze haalt smalend de schouders op. Jericho was immers een onneembare vesting. Wat zouden die Israëlieten hem nu kunnen maken?! Toch kwam er een verontrustend bericht. Israëlitische spionnen zouden in het geheim de grens van Kanaän zijn overgestoken en zich momenteel ophouden