Inleiding JV GG Beekbergen, Verkering en de weg naar het huwelijk
Stel je het volgende eens voor: Je bent op vakantie in Zwitserland. Op een
dag besluit je een lange wandeltocht te gaan maken. Maar, omdat je de omgeving
niet goed kent besluit je een gids in te huren. En deze gids neemt je mee op
een prachtige wandeltocht. Langs diepe ravijnen en hoge bergtoppen.
Schitterend! Je kijkt je ogen uit! Tot je op een gegeven moment bij een
tweesprong komt. ‘Zullen we hier naar links gaan?’ vraag je. ‘Nee, dat kan echt
niet. Als je hier linksaf gaat, kom je te wandelen naast een diep ravijn.
Levensgevaarlijk, want de weg is daar onbegaanbaar.’ Net als je besluit om met
de gids mee te gaan hoor je: ‘Psst! Kom eens hier!’ Je kijkt om je heen en ziet
uit de schaduw van de berg iemand tevoorschijn komen. ‘Ik ben ook een berggids.
Jouw berggids bedriegt je. Als je hier naar links gaat zul je het mooiste
vergezicht zien van Zwitserland!’ En zonder dat je je bedenkt volg je die
tweede gids. Al snel wordt de weg onbegaanbaar. Je kijkt om je heen, maar die
vreemde gids blijkt verdwenen. Dan strijkel je over een losliggende steen, je
valt, grijpt nog wild om je heen, maar het is te laat…
Misschien had je het al in de gaten maar dit voorbeeld wijst ons op de
zondeval. Ook toen heeft de mensheid de verkeerde gids gevolgd. Wij, jongeren
van de JV-GG Beekbergen, leven ook buiten het paradijs van God. Dit moeten we ons
goed realiseren, want dit heeft direct gevolgen voor ons spreken over liefde en
verkering in Bijbels opzicht. Ik zal mij deze avond, omwille van de tijd, vooral beperken tot het thema ‘Verkering
en de weg naar het huwelijk’. Mochten er ondertussen dringende vragen bij je
opkomen, stel ze gerust!
Verkering en de weg naar het huwelijk
Waarom hebben mensen eigenlijk zoveel behoefte aan geborgenheid, liefde en
relaties? Hoewel de liefde aan het verkillen is in onze maatschappij en de mens
doordrenkt is van eigenliefde en egoïsme, is er toch altijd die hang naar
genegenheid. Deze behoefte aan liefde is een erfenis uit het paradijs. God is
liefde en de mens als beelddrager van God heeft behoefte aan liefde. Hoewel de
mensheid een flinke klap heeft gekregen door de zondeval, is deze hang naar
liefde in stand gebleven. Om dit goed te begrijpen moeten we eerst terug naar
de tijd voor de zondeval.
Het was de zesde scheppingsdag geweest. Een dag waarvan de Schrift ons
vertelt dat God zag wat Hij gemaakt had en het zeer goed vond. Opvallend. Wat was er die dag gebeurd? De Heere had
die dag bevolen dat de aarde het kruipende gedierte en het vee zou voortbrengen.
Voortgekomen uit de aarde zag de Heere dat het goed was.
Het paradijs als toonbeeld van Gods heerlijkheid was echter nog niet
compleet. Er moest nog iets uit de aarde voortkomen. ‘Laat Ons mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis.’ Het werd
Adam. Een mens, geformeerd en gemaakt uit het stof der aarde. Een weinig minder
dan de engelen werd Adam met eer en heerlijkheid gekroond (Ps. 8:5). Adam werd
gezegend met een groot intellect en hij was vol van kennis, rechtvaardigheid en
heiligheid. Maar beelddrager zijn betekende meer. Het betekende dat Adam de opdracht
had om vruchtbaar te zijn en de aarde te bewerken. Eén van zijn eerste taken
was om alle dieren een naam te geven. Ook hierin was de mens de kroon van de
schepping, namelijk dat hij verantwoordelijkheid droeg over de aarde en de
dieren. Als vertegenwoordiger van de Schepper. En de Heere zag dat het zeer goed was (1:31).
Maar dan lezen wij plotseling dat er iets niet goed is. Namelijk dat de mens alleen is. Adam vond namelijk
geen hulpe, die als tegen hem over ware (2:20). Dat wil zeggen dat er niemand was
die hem aanvulde. Adam heeft ernaar gezocht, doch niet gevonden. Maar toen deed
de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen.
Hij neemt een rib van Adam en schept Manninne (lett. uit de man genomen). En
dan spreekt de Schrift zo teer dat God Zelf haar tot Adam bracht. Wat moet dat
zijn geweest! Adam die zijn ogen opent en haar ziet. In tere liefde,
verwondering en verrukking barst hij los in de eerste lofzang die in de Bijbel
staat opgeschreven: ‘Been van mijn benen, en vlees van mijn vlees’ (Gen. 2:23)!
Ze mochten tot één vlees worden. Dat betekent: samen één in natuurlijk en geestelijk opzicht. Zie hier de instelling van het huwelijk als één
van de schoonste gaven die ons uit het paradijs zijn nagelaten.
Echter, het wordt anders. De duivel in de gedaante van een slang opent de
aanval op de mensheid en ten diepste op God Zelf. Net als de onbetrouwbare gids
aan het begin van deze inleiding. ‘Is het ook dat God gezegd heeft: “Gijlieden
zult niet eten van allen boom dezes
hofs?’” En Manninne zwicht. Ze verdraait Gods woord, want de Heere had gezegd
dat ze van allen boom mocht eten
(2:16), uitgezonderd de boom des kennis des goeds en des kwaads. Wat een
ondankbaarheid. De duivel verstaat de kunst van het verleiden. Ze eet. Ook Adam
steekt de vrucht in zijn mond en beiden merken dat ze naakt zijn. De
vertrouwelijke onschuld wordt verruild voor de angst en schaamte. En is dit dan
het einde? Nee, niet het einde, want God komt de zondaren opzoeken. Wat een
wonder.
De rest van de geschiedenis is ons bekend. In dit donkere hoofdstuk zien we
hoe Adam de schuld op Manninne wil afschuiven door niet langer zijn
verantwoordelijkheid als echtgenoot te nemen. Hoe Adam en Manninne verdreven
worden uit de hof van Eden, omdat God niet wil dat de mens voor eeuwig in de
zondige staat zal verkeren (3:22). Wat een pijn, wat een verdriet, maar het
blijft hier niet bij! Het Evangelie breekt door. De Verbondsgod spreekt de
moederbelofte uit. Ook maakt God uit tere liefde rokken voor Adam en Eva. De
mens als beelddrager Gods wordt hier door God Zelf gekleed. De dieren die
moesten sterven voor de vellen van de kleding, wijzen heen naar Christus Die
stierf om onze schuld te bedekken. Zo wil de Heere de gemeenschap met de mens
herstellen. Opdat wij Hem dienen zouden zonder vrees. Adam hoort de
moederbelofte van God en belijdt dat deze belofte het Leven bevat. Manninne
wordt Eva (lett. ‘leven’) genoemd.
Zijn bruid krijgt een nieuwe naam en de rest van zijn leven zal hij eraan
herinnerd worden hoe het is geweest, maar ook aan hoe het zal worden. Christus
zal Zijn bruid hebben. Ons rest de vraag: Zal Hij ook mijn Bruidegom zijn?
Terug naar deze tijd. Anno 2013 leven we in een gebroken wereld waarin de
gevolgen van onze diepe val doordringen tot in relaties in de breedste zin van
het woord. Hoe meer de tijd verstrijkt, hoe meer het Schriftwoord waarheid
blijkt dat de liefde van velen zal verkouden (Mat. 24:12). De verhouding tussen
God en mens, mens en dier, en de mensen onderling is ernstig verstoord.
Misschien is wel het meest duidelijke voorbeeld hiervan dat het aantal
echtscheidingen de laatste jaren stijgt. Een op de drie huwelijken in Nederland
loopt volgens cijfers van het CBS op de klippen. In de Verenigde Staten loopt
zelfs een op de twee huwelijken uit op een echtscheiding. Een rampscenario, zo
lijkt het. Het paradijs ligt ver achter ons en ware liefde wordt maar weinig
gevonden. Duizenden misleiden zichzelf met het idee dat ze ‘liefde’ hebben,
terwijl ze die niet hebben omdat ze de Schrift niet verstaan. Hun liefde is niet
de Bijbelse liefde.
Hoe dit gebrek aan liefde in de wereld gekomen is, weten we. Genesis 3 is
daar maar al te duidelijk over. Oprechte, christelijke liefde (agapè) is uit onze natuur verdwenen. De
moderne mens anno 2013 kan raketten naar de maan sturen, maar kan vanuit
zichzelf God, zichzelf en de naaste niet met een ware Bijbelse liefde
liefhebben. Enkel in het hart, dat heeft geleerd Christus te omhelzen door het geloof, wordt
de christelijke liefde uitgestort. Ware liefde is een vrucht van de Heilige
Geest.
Midden in deze wereld leven wij. In onze zedeloze maatschappij blijft Gods
Woord betrouwbaar als gids en leidraad. Ook wat betreft relaties in het
algemeen en verkering in het bijzonder, hebben we wijsheid van Boven nodig.
Verkering
Omwille van de tijd zal ik nu proberen op een puntsgewijze manier de
belangrijkste kenmerken van ‘verkering’
op te noemen. Allereerst, wat is verkering eigenlijk?
Verkering komt voort uit verliefdheid waarbij je honderd procent zeker weet
dat je een relatie met die ander wilt aangaan. Je bent direct dolgelukkig en
twijfelt geen moment. Alles
gaat goed en je bent nog nooit zo gelukkig geweest.
Deze omschrijving, samengesteld vanuit populaire, seculiere gedachten over
het hebben van een liefdesrelatie, laat goed zien wat verkering in ieder geval niet is. Wat is verkering dan wel
volgens het christendom?
In een verkering komen twee
zondige mensen bij elkaar, die de hulp van de Heere tijdens de verkerings-,
verlovings-, en huwelijkstijd hard nodig hebben. Het begrip is afkomstig van het woord ‘verkeren’,
dat letterlijk betekent: ‘omgaan met’. Deze, vaak mondeling afgesloten
verbintenis, komt met beider toestemming tot stand na een periode van
kennismaking. Deze periode kenmerkt zich weer door het verliefd zijn. Het begrip
verliefdheid is nog het beste in verband te brengen met het woord ‘verlangen’
of beter gezegd: ‘intens verlangen’.
Je hebt vlinders in je buik en voelt je verbonden met de ander. In
gedachten heb je al hele gesprekken met hem of haar gevoerd. Het verliefde
gevoel geeft kleur aan het leven. Iemand vergeleek het eens met het hebben van
een minipsychose(!) Eigenlijk is je realiteitszin wat verstoord. Zo vergroten
verliefdheidsgevoelens als het ware je normale emoties, waardoor je op het ene
moment, als je bijvoorbeeld een leuk sms’je hebt gehad, het gevoel hebt dat je
kunt vliegen, terwijl je het op een ander moment helemaal niet meer ziet zitten
en je bijna moe wordt van jezelf.
Verliefdheid is dus een apart iets. Je hebt een bijzondere sympathie voor iemand,
zoals je die voor niemand anders in de wereld hebt. Toch zitten er ook nadelen
aan. Het kost veel energie en als je verliefdheidsgevoelens niet beantwoord
worden, of als de verkering uiteindelijk toch over (‘uit’) gaat, kan dat veel
pijn geven.
Maar waarom worden wij eigenlijk
verliefd? Deze vraag laat een zekere passiviteit zien. Je ‘wordt’ verliefd. Toch ligt de werkelijkheid complexer. Hoewel een
verliefdheid niet valt te forceren, heb je toch een zekere controle over je
gevoelens. Je hoort nog wel eens mensen zeggen: ‘Ik kan het ook niet helpen. Ik
ben nu eenmaal verliefd op hem/haar geworden.’ Dit is echter niet correct. Verliefdheidsgevoelens
kunnen heel sterk zijn, maar de menselijke geest heeft ook nog de rede (ook wel
de geest genoemd). Anders gezegd: houd het hoofd koel! Wees geen speelbal van
je gevoelens. Zeker niet als de persoon waarop je verliefd bent, de Heere niet
vreest. Dan kan het niet van God zijn! Of denk je nu werkelijk dat God tegen
Zijn eigen Woord in zal gaan?! Verliefdheid overkomt je, maar het is ook deels
eigen keuze. Het is om deze reden dat het Engels spreekt over ‘to fall in love’, waar het passieve
element in naar voren komt, en het Duits over ‘sich verlieben’ spreekt, waar men meer uitgaat van de actieve kant
van de zaak.
De reden voor verliefdheid laat zich misschien het beste vangen in een
vergelijking. Verliefdheid is net als de startmotor van een auto. Zonder de
startmotor komt de motor niet op gang en blijft men stilstaan. Zo is het ook
met verliefde mensen. Waarom zouden anders twee mensen die niet door een
bloedband verbonden zijn, elkaar beter willen leren kennen, ja, zelfs verlangen
om gezamenlijk de rest van hun leven door te willen brengen?!
Verliefdheid is daarom ook nooit een doel op zich. Het vervult je helemaal
en geeft je de moed om met die ander in contact te komen. Het doel van
verliefdheid is het krijgen van een relatie is en het leren kennen van de
ander. Verkering is dus geen eindstation, maar wel een wissel. Eerst draaide je
wat om elkaar heen, maar als het hoge woord eruit is, ga je echt samen verder
in het groeiproces naar het huwelijk. Uiteindelijk
neemt de motor het over van de startmotor en wordt verliefdheid vervangen door
liefde. Dit is maar goed ook, want verliefdheid kost veel energie en staat
in je gedachtewereld zozeer op de voorgrond, dat het niet goed zou zijn als dat
je verdere leven zo doorging.
Even een zijspoor: je mag dus niet ‘zomaar’ het hoofd van iemand op hol
brengen en verkering nemen, terwijl je niet goed hebt nagedacht of je echt
verder met die persoon verder wil. Bijbels gezien is verkeren/verloven altijd gericht op het sluiten van een
huwelijk. Natuurlijk is de verkeringstijd ook een tijd waarin je elkaar beter
mag leren kennen, maar het is toch geen zaak waar lichtvaardig mee mag worden
omgesprongen. Dit besef tref ik, helaas, ook bij christelijke jongeren te
weinig aan.
Overigens, verliefdheid is in wezen een luxe. In vroeger tijden lag de
nadruk minder op emoties en gevoelens. Waar overleven het motto van de dag was,
lag de nadruk minder op aanwezigheid van (wederzijdse) gevoelens. En wat te
denken van uithuwelijken? Een praktijk die ten tijde van de Bijbel vaak
voorkwam. Het is onjuist te denken dat al die huwelijken zonder liefde waren.
Men denkt vaak dat hoe verliefder men is, er des te meer de garantie is dat het
in de toekomst wel goed zal zitten. Echter, dat is pertinent niet waar!
Karakter, aanleg en de voorgeschiedenis bepalen voor een ieder afzonderlijk in
welke mate hij/zij verliefdheidsgevoelens zal ervaren. Anders gezegd: ben je
een nuchtere kerel, dan zul je minder hevig verliefd worden dan een iemand die
meer emotioneel is. Iemand die voor de eerste keer verliefd is, zal de warme
gevoelens veelal sterker ervaren dan iemand die wat ouder is en/of al vaker
verliefd geweest is. Ook kunnen eerdere teleurstellingen of zelfs beschadigingen
een rol spelen. Ieder mens neemt dus een eigen voorgeschiedenis mee.
Criteria
De meeste mensen hebben weleens nagedacht over hoe hun latere levenspartner
eruit zal zien en aan welke criteria hij/zij moet voldoen. Dit is niet vreemd,
sterker nog, we lezen van Adam ook dat hij zocht naar iemand waarmee hij het
leven kon delen. Deze hang naar een partner heeft de klap van de zondeval
overleefd. Zoals gezegd, dienen we te beseffen dat we in een gebroken schepping
leven en dat wij zondaars zijn. Criteria hebben is daarom goed, mits ze
realistisch blijven. Volmaakte mensen zijn er aan deze kant van het graf niet
en het is goed te beseffen dat je toekomstige partner ook mindere kanten zal
hebben. Door dit te beseffen behoed je jezelf voor te hoge eisen en verwachtingen.
Zoals zojuist gezegd is verliefdheid niet een doel op zich. Het huwelijk is
het uiteindelijke doel. Hoewel de verkering een tijd is waarin men de ander
beter kan leren kennen, dient men hiermee niet lichtvaardig om te gaan. Niet
alleen het hart, maar ook het verstand dient te spreken. Dit is soms moeilijk,
omdat verliefdheid ervoor kan zorgen dat je de dingen door een roze bril ziet. ‘Past de ander bij mij?’ is een
belangrijke vraag. Is er overeenkomst in interesse, hobby, karakter,
achtergrond, leeftijd, etc.? Of zoals een predikant eens zei: ‘Kun je met de
ander lachen, bidden en huilen?’ Dit klinkt op het eerste gehoor wat apart,
maar eigenlijk omvat het alles waar je aan moet denken.
Zoals we allen waarschijnlijk weten, verbiedt de Schrift om een liefdesrelatie
aan te gaan met een ongelovige. Op plaatsen in de Bijbel waar men spreekt over
de houding van de ene partner die de andere partner tot het geloof dient te
bewegen, gaat het meestal over een huwelijk dat reeds gesloten was voordat een
van de twee tot geloof kwam. ‘Ja maar,
wat nu als ik met dat ongelovige meisje verkering neem? Misschien gaat ze dan
wel geloven! De Heere is toch machtig?’ zo hoorde ik eens iemand zeggen. Nu is de Heere bij machte om door de een de
ander tot Zich te trekken, zeker, maar Gods mogelijkheden mogen niet onze norm
zijn. We hebben een verkeringstijd
met de ander en geen bekeringstijd. En
trouwens, als de Heere je lief is geworden, wil je toch iemand met wie je dit
kunt delen? Daarbij leert de Bijbel ons dat men of een kind van de Heere is of
van de duivel(!) Een christen dient altijd de volgende vraag te stellen: ‘Staat God het toe om met deze persoon een
relatie te beginnen?’ Er is een diepe vijandschap tussen het zaad van God
en het zaad van de slang. Er kan geen echte vrede tussen deze twee bestaan.
Alleen een christelijke man kan zijn christelijke vrouw liefhebben vanuit de
gestalte die de Heere behaagt. Enkel zo kan men de wereld iets laten zien van
de liefde van Christus voor de Kerk. Ook in de verkeringstijd moeten wij de eer
van God op het oog houden.
Samengevat dient men dus te zoeken naar een christelijke partner met wie je
tot Gods eer kunt leven. Hier wil ik nog een belangrijk punt aan toevoegen. Dit
doen ik in alle voorzichtigheid en liefde, maar de vraag moet gesteld worden.
Namelijk: ‘Wie zijn wijzelf?’ Een
zondaar, gevallen door de eerste Adam. Ja, dat klopt. Maar zijn we de tweede
Adam al toegevallen? Of moet je tot je schaamte vaststellen dat je meer gezocht
hebt naar een aardse partner dan naar Christus? Niemand is wijs van zichzelf,
ook hierin niet. Maar hoe kunnen wij christelijke
partners zijn, als we Christus niet kennen? Wij kunnen ‘ons’ hart niet weggeven
aan een jongen of meisje, als wij het niet eerst aan Hem zijn kwijtgeraakt.
Enkel dan ontvangen wij de christelijke liefde van de Heilige Geest, waarmee
wij de ander kunnen liefhebben. Ook hier geldt: zoekt eerst het Koninkrijk Gods
en Zijn gerechtigheid.
Tot slot
We zijn aan het einde van deze inleiding gekomen. De gevallen staat van de
mens, de vele wantoestanden in de wereld, het grote gebrek aan ware liefde en
de onmogelijkheid van een onbekeerd hart om christelijke liefde voort te
brengen, kan ons van ons stuk brengen. En dat is maar goed ook. Goed, omdat het
ons uit dient te drijven naar Christus, de Voleinder des geloofs. Van Hem
kunnen, mogen en moeten wij alles verwachten. Ook als het gaat om relaties. Het
is de Heere Zelf Die zegt: ‘Het is niet
goed, dat de mens alleen zij.’ Daarom mag het ons biddend verlangen zijn en
blijven dat de Levende God ons iemand wil schenken met wie wij samen mogen
reizen naar het Vaderland hierboven.