Posts

Posts uit januari, 2015 tonen

Augustinuskring, avond 4

Afbeelding
Inleiding van M.G.J. Kerpel, citaten uit de Belijdenissen van de vertaling door Wim Sleddens. Augustinus’ huwelijk en bekering  Vanavond bespreken we met elkaar de boeken 6-8 van de Belijdenissen van Augustinus. Het zal gaan over zijn bekering en de weg daarnaar toe. Het speelt zich af in Augustinus’ 30e en 31e levensjaar. Hij woont dan–zoals we de vorige keer hoorden– in Milaan.  BOEK VI  Zoekende  De nog steeds zoekende Augustinus begint boek 6 met een vertwijfelde uitroep (I). “U, mijn hoop van jongsaf, waar was u voor mij? (…) Ik zocht naar u, buiten mij, maar daar vond ik niet de God van mijn hart. Ik was terecht gekomen in een diepe zee, zonder enige zekerheid.”  Monnica Moeder Monnica volgt Augustinus richting Milaan (I). Ze treft er haar zoon aan in “een zeer kritieke situatie vanwege mijn wanhoop de waarheid ooit te kunnen vinden.” Hij vertelt haar dat hij geen manicheeër meer is, maar ook nog geen christen. Tot zijn verbazing reageert ze hier amper op, er vo

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22

Afbeelding
Bijbelstudievereniging GG Beekbergen  Geachte aanwezigen,  Ik hoorde eens een verhaal over een jong meisje uit Frankrijk. Op een dag kwam haar oma naar haar toe en vroeg haar wat ze voor haar verjaardag wilde hebben. ‘Ik wil graag een spiegel hebben oma’, antwoordde het meisje wat nogal ijdel was. ‘Waarom een spiegel?’, vroeg oma. Omdat ik dan goed kan zien hoe mooi ik eruit zie. ‘Dat is een goed cadeau, lief kleinkind. Ik zal jou een spiegel geven waarin je jezelf goed kunt zien.’ De andere dag, op haar verjaardag, pakte het meisje het cadeau uit. Er zat geen spiegel in, maar een Bijbel.  Ik heb de inleiding voor vanavond ingedeeld in drie gedachten:  I. Het wonder van de Openbaring van Jezus Christus aan Johannes  II. De stad Laodicea en de christelijke gemeente aldaar  III. De inhoud van de brief aan de gemeente van Laodicea  I. Het wonder van de Openbaring van Jezus Christus aan Johannes  Het meisje uit ons voorbeeld kreeg dus een ander cadeau dan waarom ze g

Bijbelstudie: Galaten 1:1-5

Lezen: Galaten 1:1-5 1. Opschrift en zegengroet. De apostel valt met de deur in huis. Al meteen maakt Paulus de gemeente duidelijk dat hij de brief geschreven heeft. Hij is niet ‘van mensen’, door een concilie, een bijeenkomst van apostelen gekozen. Noch door een mens, dus ook niet door één van de apostelen. Niet door Jakobus die hem kende en die aanwezig was op het concilie van de apostelen in Jeruzalem of door Petrus aan wie de sleutelen van het koninkrijk waren gegeven (Adam Clarke).  Niemand van de apostelen had dus een mandaat, een zendingsbevel, aan Paulus gegeven. Dit zou je wel verwacht hebben, nadat deze grote vijand van het christendom een vriend was geworden van een ieder die de Heere ootmoedig vreest.  Het was Jezus Christus Zelf en God de Vader Die Paulus geroepen hebben om het Woord te verspreiden. Wat zal dit een troost gegeven hebben aan Paulus! Te midden van zoveel ruzie, conflicten, verraad, geseling, gevangenschap, schipbreuk, aanvechting en angst, staat