ManVandaag: Abram, afl. 6

Abraham ontvangt de meerdere Abraham
Dertien jaar na de geboorte van Ismaël maakt Abram een roerige tijd door. De HEERE geeft hem de opdracht zijn naam en die van Sarai te veranderen in Abraham en Sara. Hun nieuwe namen zouden hen elke dag herinneren aan Gods beloften om tot een groot volk te worden. Ook stelt God de besnijdenis in. Dan ontvangt Abraham huisbezoek in zijn tent. Hij mag de meerdere Abraham ontvangen in Wie alle volken gezegend zullen worden. 

Wat is het verband?

Geen geloof zonder gevoel
Lees Genesis 18:1-15

Er is veel gevoel, zonder geloof, maar er is geen geloof zonder gevoel. Dit heeft ook Abraham ondervonden. Na de naamsverandering en de inzetting van de besnijdenis ontvangt Abraham de aankondiging van de geboorte van Izak. Dan valt honderdjarige Abraham op zijn aangezicht en hij lacht. Hij stelt de vreugdevolle vraag of het waar kan zijn dat een honderdjarige een kind zal krijgen en een negentigjarige zal baren. Zijn hart kan het bijna niet op. Abrahams vraag komt niet voort uit ongeloof, maar vanuit oprechte verwondering. Toch blijft Abrahams vreugde en dankbaarheid niet bij woorden. Hij gaat ook handelen naar de bevelen van de HEERE. Zijn zoon Ismaël, alle mannen en slaven van zijn huis en ook Abraham zelf worden besneden. Het vele bloed wat er op die dag vloeide wees heen naar het Lam wat eens geslacht zou worden op Golgotha. Wat Abraham nog niet kon bevroeden is dat hij op het punt staat om dit Lam te ontmoeten.

TOEPASSING – Door alle veranderingen en zegeningen kon Abraham zijn geluk niet op. Kent u ook van die momenten dat de HEERE zo krachtig overkomt dat uw hart overstroomt van dankbaarheid? Waar heeft die vreugde u gebracht? (Gen. 17:17a)

Wat staat er?

Ongewoon bezoek
Terwijl Abraham nog bij ligt te komen van de besnijdenis, krijgt hij onverwachts bezoek. Geheel tegen de gebruiken van het oude Oosten in komt Abraham snel overeind en buigt zich ter aarde voor deze bezoekers. Dit tekent de grote gastvrijheid van Abraham. Ook hierin is hij een voorbeeld voor alle gelovigen (Hebr. 13:2). De aartsvader merkt dat dit geen gewone mannen zijn. Dit blijkt ook uit de wonderlijke vraag waar Sara is. Abraham had deze mannen nog nooit gezien en toch weten zij met wie hij getrouwd is. Na de overvloedige maaltijd neemt de Leider van de groep het woord. Hij voorzegt dat Sara een zoon zal krijgen. Sara, die de menopauze al voorbij was, hoort dit en moet erom lachen. Na een leven vol teleurstellingen op dit vlak heeft ze geen hoop meer. Dan stelt de HEERE plotsklaps een verbijsterende vraag aan Abraham (17:13). Waarom heeft Sara gelachen? Vers 15 laat een bange, van haar stuk gebrachte Sara zien. Haar weeklacht en geschrei zal veranderd worden in een blijde rei (Ps. 30: 8 berijmd). Izak zal uit haar komen. Gods heilsplan zal doorgaan. 

TOEPASSING – In vers 4 en 5 doet Abraham zijn bezoekers een voorstel om wat langer te blijven. Hij stelt voor om wat water en brood te halen. Abraham formuleert dit erg bescheiden want hij laat een kwalitatief goed kalf slachten. Kent u dezelfde generositeit voor Gods liefdesdienst? 

Wat betekent dit?

Eer Abraham was, ben Ik
Abrahams voorgevoel blijkt te kloppen. De bezoekers zijn geen gewone mannen. De Leider van hen blijkt de HEERE Zelf te zijn. Maar wie kan God zien en leven? (Ex. 33:20) Abraham mag hier de pre-incarnatieve Christus ontmoeten. Christus is van eeuwigheid God. De mens Jezus is in het jaar nul geboren uit de maagd Maria. De Christus Die Abraham hier ontmoette, had dus een tijdelijk aangenomen lichaam. In een aantal gevallen in het Oude Testament hebben mensen Christus al mogen ontmoeten (bijv.: Gen. 16:7-12, Joz. 5:13-15, Richt. 2:1-4). Dat is ook de reden dat Christus kon zeggen dat Abraham Zijn dag gezien heeft en dat Hij er eerder was dan de aartsvader (Joh. 8:56-58).

TOEPASSING – Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. De HEERE werkt dwars door de onmogelijkheid van mensen heen. Heeft u dit al eens op de knieën gebracht?

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22