Posts

Posts uit 2018 tonen

ManVandaag: Jona

Afbeelding
Op de vlucht Volgeladen vaart een schip richting Tarsis. Een routine klus voor ervaren zeelieden. Dan breekt er plotseling een hevige storm los. Iedereen begint tot zijn god te bidden. Één stem echter zwijgt.  Wat is het verband? Een profeet van God Lees Jona 1 Jona, de zoon van Amitthai, was een profeet van God. Hij was door de HEERE afgezonderd om het volk van Israël te dienen. In 2 Koningen 14:25 staat dat Jona het woord des HEEREN aan Jeróbeam, de koning van Israël, had overgebracht. Hoewel het een moeilijke tijd was, vervulde Jona plichtsgetrouw zijn ambt. Het is deze Jona die opnieuw een bevel krijgt om te gaan preken. ‘Maak u op, ga naar de grote stad Ninevé, en predik tegen haar; want hunlieder boosheid is opgeklommen voor Mijn aangezicht’ (Jona 1:1). Hoewel deze stad God niet erkent, moeten ze zich wel voor Hem verantwoorden. Jona’s reactie is verbijsterend. Hij pakt zijn spullen op en vlucht weg van voor het aangezicht van de HEERE. In de havenstad Jafo gaat Jona aan

De belangrijkste Vluchteling, een kerstverhaal voor jonge kinderen

Afbeelding
Onrustig woelend ligt Omar in zijn bed. Hij is kletsnat van het zweet. Hij heeft een nare droom. Grote golven komen op hem af. Het zwarte water. Roepende mensen. De boot die kapseist. Het ijskoude en donkere water. ‘Help! Help!’, schreeuwt Omar. Opeens is daar moeder die hem vastpakt. ‘Omar, rustig maar, je bent veilig. Je droomt!’ Verwilderd kijkt Omar om zich heen. Moeder heeft gelijk, hij is niet op zee, hij ligt gewoon in zijn bed. Moeder geeft Omar een knuffel en zegt ‘Ga maar gauw weer slapen, anders worden de anderen ook nog wakker…’ Maar Omar blijft overeind zitten. Hij is verstijfd door de enge droom. Zijn bed is nat van het zweet en hij moet naar de WC. Voorzichtig loopt Omar naar de WC. De kamer is overvol met andere mensen, maar Omar weet zonder iemand wakker te maken bij de deur uit te komen. Over de koude tegels sluipt hij naar het einde van de gang. Glimlachend moet Omar terugdenken aan opa. Die vond een WC binnenshuis echt overdreven. Een WC binnenshuis is alleen

Lutherkring, avond 8a

Afbeelding
Door: E.H. van Wolfswinkel 13. Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders; alleenlijk gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees, maar dient elkander door de liefde. Luther legt opnieuw uit welke vrijheid hier wordt bedoeld: namelijk de vrijheid gekregen door Christus, waardoor we boven de wet staan en de wet, de zonde en de dood nog wel kunnen verschrikken, maar niet meer schaden en tot wanhoop brengen. Tegelijkertijd volgt een waarschuwing deze vrijheid niet te misbruiken als vrijheid voor het vlees, om maar te leven zoals we zelf willen. Luther legt de lijn nog dichterbij: ‘des te zekerder wij ten aanzien van de door Christus verworven vrijheid zijn, des te kouder en matter zijn wij in het uitleggen van het Woord, in het bidden, in het doen van goede werken, in het verdragen van kwaad enz.’. ‘En daarom moeten de vromen er zichzelf aan herinneren dat zij in hun geweten wel vrij zijn van de vloek der wet (…) om Christus’ wil, maar dat zij naar het lichaam dien

Lutherkring, avond 8b

Afbeelding
Door: C.A.A.M. Schulenburg-Heijboer 6:1 Broeders, indien ook een mens overvallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige terecht met de geest der zachtmoedigheid... Het rijk waartoe jullie geroepen zijn, is geen rijk van schrik en droefheid, maar van vertrouwen en blijdschap. Als jullie dus een broeder zien, die wegens begane zonde verschrikt is, loop naar hem toe en reik de gevallene de hand, troost hem met goede woorden en omarm hem op moederlijke wijze. De verharden en verstokten, die zonder vrees zelfverzekerd in hun zonde blijven en daarmee doorgaan, moeten jullie streng aanpakken.  6:1 ... ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt. Wij bevinden ons nog op glibberige bodem; als wij dus verwaand worden en het gebod van God de rug toekeren, dan is er niets gemakkelijker dan te vallen. 6:2 Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus Liefhebben wil zeggen de lasten van de ander dragen, d.w.z. datgene dragen, wat lastig voor u

ManVandaag: Jozua, afl. 19

Afbeelding
Jozua sterft Nadat de HEERE ervoor gezorgd heeft dat de Israëlieten het beloofde land hadden gekregen, roept Jozua het volk bij elkaar. De aanvoerder van het volk voelt dat hij gaat sterven en wil nog één keer de Israëlieten toespreken en het verbond tussen hen en de HEERE vernieuwen.  Wat is het verband? Een burgeroorlog voorkomen Lees Jozua 24 Nadat Jozua de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam van Manasse eervol ontheven heeft van hun taak, keren zij terug naar het gebied wat zij van de HEERE, bij monde van Mozes, hadden gekregen (22:9). Als deze groep terug is, besluiten ze om een groot altaar aan de oever van de Jordaan te bouwen. Ze verzuimen echter om de andere stammen hiervan op de hoogte te stellen. De Israëlieten aan de andere kant van de Jordaan roepen vlug een leger bijeen en maken zich op voor de strijd. Door besturing van de HEERE wordt besloten om eerst een onderzoek in te stellen onder leiding van Pínehas (22:13). Dan blijkt dat de stam van Ruben, Gad en Manasse ni

ManVandaag: Jozua, afl. 18

Afbeelding
Leven voor een doodslager Wie in het oude Israël iemand doodsloeg, kreeg onherroepelijk met een bloedwreker te maken. Ongeacht of dit per ongeluk of met opzet gebeurd was. Er was dan nog maar één mogelijkheid: vluchten naar één van de zes vrijsteden. Alleen zo was er kans op leven voor een doodslager.  Wat is het verband? De zes vrijsteden Lees Jozua 20:1-9 Nadat het beloofde land veroverd is, wordt het verdeeld over de verschillende stammen. Door het werpen van het lot krijgt iedere stam zijn erfdeel. In de hoofdstukken twintig en eenentwintig wordt gesproken over twee typen steden die elk hun eigen functies vervulden onder de Israëlieten. Dit waren de steden waarheen men kon vluchten als men per ongeluk iemand van het leven had beroofd en steden waarin de Levieten woonden. Het eerste type, ofwel de vrijsteden, leerden de Israëlieten hoe de Heere dacht over leven en dood en waren toonbeelden van Gods rechtvaardigheid en genade. De Heere had al eerder aan Mozes bevolen dat de

ManVandaag: Jozua, afl. 17

Afbeelding
Geheel uw hart Op de vraag wat het belangrijkste gebod is, antwoordde de Heere Jezus het volgende: ‘Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand’ (Mat. 22:37). Wie deze liefde kent zal de zegen van de HEERE ervaren (Ps. 19:12). Dat mocht ook Kaleb ondervinden. Wat is het verband? De verdeling van Kanaän Lees Jozua 14:1-15 In Jozua 13:1-21:45 wordt de verdeling van het land Kanaän nauwkeurig beschreven. De HEERE zorgt niet alleen voor de verovering van Kanaän, maar ook voor een eerlijke verdeling van het beloofde land. Deze verdeling gebeurde door het werpen van het lot (14:2). Eleázar, de zoon en opvolger van Aäron, had hierin de leiding (Num. 34:17). In het bijzijn van Jozua en de verschillende stamhoofden werd het lot geworpen en op die manier wisten de Israëlieten waar ze van de HEERE mochten gaan wonen. Door het werpen van loten kon niemand beschuldigd worden van partijdigheid. Binnen de geschiedenis van de verdeling

Lutherkring, avond 7

Afbeelding
Door: M.H. van Wolfswinkel-van As Vanavond hopen we met elkaar stil te staan bij het tweede gedeelte van Galaten 4, vanaf vers 21 en Galaten 5 tot en met vers 12. 21. Zegt mij, gij, die onder de wet wilt zijn, hoort gij de wet niet? Luther begint hier met kort uit te leggen wat Paulus met ‘wet’ bedoelt: hij hanteert hier een Joodse gewoonte om het eerste boek Genesis ‘wet’ te noemen, alhoewel er behalve het gebod van de besnijdenis geen wet in staat, samen met de andere boeken van Mozes.  22. Want er is geschreven, dat Abraham twee zonen had, één uit de dienstmaagd, en één uit de vrije. 23. Maar gene, die uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de beloftenis. Paulus gaat een voorbeeld, een allegorie, gebruiken om de eerder genoemde argumenten van verschil tussen wet en evangelie duidelijk te maken aan de Galaten. Hij neemt het beeld van de zonen van Abraham. Hij had 2 zonen: Izak en Ismaël. Toch was er verschil tus

ManVandaag: Jozua, afl. 16

Afbeelding
De ware rust Hoewel een aanzienlijk deel van het centrale bergland en het zuiden van Kanaän is veroverd, is het noordelijke deel van het beloofde land nog niet in handen van de Israëlieten. Met de moed der wanhoop verenigen de noordelijke koningen zich in hun strijd tegen de Israëlieten.  Wat is het verband? De laatste strijd Lees Jozua 11:16-23 De Israëlieten zijn in meer opzichten een bevoorrecht volk. Aan hun aartsvader Abraham heeft de HEERE beloofd dat zijn zaad zou vermenigvuldigen als het zand dat aan de oever van de zee is (Gen. 22:17). Nu ziet ditzelfde verbondsvolk zich geconfronteerd met zoveel soldaten als dat er zand aan de oevers van de zee ligt. Niet alleen was het volk van Israël in de minderheid, dit leger bezit ook zeer veel paarden en wagens. Israël had geen beschikking over zware cavalarie. De strijd kan niet gewonnen worden. Dan gaat de HEERE spreken. Jozua zal de vijand overwinnen, want God zal hen verslagen in zijn hand geven (11:6). De wagens van de Kanaänieten

ManVandaag: Jozua, afl. 15

Afbeelding
De HEERE is een Krijgsman De coalitie van Amorieten wordt overweldigend verslagen door de Israëlieten. Uit angst voor hun leven verstoppen de vijf koningen zich in een grot. Dan horen ze hoe grote stenen voor de ingang geworpen worden. Wat is het verband? Verkeerd gerekend Lees Jozua 10:16-43 Als blijkt dat het volk Israël de ene na de andere stad inneemt, bedenken de inwoners van Gíbeon een list. Ze doen zich voor als inwoners van een ver land die een verbond komen sluiten met de Israëlieten. De list werkt, want Jozua sluit vrede met hen. Omdat dit verbond met een eed is bevestigd, vallen de Gíbeonieten vanaf dat moment onder de bescherming van de God van Israël. Als de koning van Jeruzalem hoort dat Gíbeon de zijde van de vijand heeft gekozen, handelt hij resoluut. Snel worden nog vier andere koningen en hun legers gemobiliseerd. Dit vormt, naar de mens geredeneerd, een onverslaanbare coalitie. Toch rekenen de koningen verkeerd, want de HEERE strijdt voor de Israëlieten. De toorn va