Lutherkring, avond 4
De vorige avond stonden we stil bij het tweede hoofdstuk van de Galatenbrief. Vanavond staan de eerste achttien verzen van het derde hoofdstuk centraal. In deze inleiding is de tekst van Galaten 3:1-18 afgedrukt met daaronder een samenvatting van de uitleg uit het commentaar van Luther. 1 O gij uitzinnige Galaten… Op het eerste gezicht lijkt het alsof Paulus de Galaten erg hard aanpakt. Hij noemt ze uitzinnig, betoverd en aan de waarheid ongehoorzaam. Als de kerkelijke of politieke overheid niet toornt en bestraft, als dit nodig is, dan is zij zwak en onbekwaam in het vervullen van haar plicht. Het pedagogisch inzetten van boze woorden en dreigende taal mag niet uit nijd gebeuren, maar alleen uit vaderlijke zorg of christelijke ijver, aldus Luther. In dit vers ligt er een speciale nadruk op het woord ‘Galaten’. Paulus spreekt ze hier niet aan als broeders, maar gebruikt de naam van het volk. Volgens Luther behoorde het tot de aard van de Galaten om onverstandig te zijn, net zoals de D