ManVandaag: Jozua, afl. 12

Een tweede kans

Nadat de HEERE aan Jozua had verteld waarom de Israëlieten door de inwoners van Ai verslagen waren, gaat Jozua op zoek naar de dader. Pas als de schuldige gestraft is, wijkt de ban van het volk. De HEERE wil opnieuw met het Israël beginnen en openbaart het aanvalsplan. 

Wat is het verband?

Zien, begeren, nemen
Lees Jozua 8:1-29

Jozua is bedroefd. De Heere had het volk zo wonderlijk geholpen bij de verovering van Jericho, maar nu worden ze verslagen door de inwoners van Ai. Jozua is ervan overtuigd dat deze nederlaag zal leiden tot het uitroeien van de naam van het volk (Joz. 7:9). Maar erger nog, wat zal de HEERE dan met zijn grote Naam doen?! Op dit gebed antwoordt de HEERE. Hij heeft aan Abraham beloofd dat Hij zijn naam groot zou maken (Gen. 12:2). Gods beloften falen niet. Daarom maakt de Heere openbaar dat het volk onder de ban ligt. De volgende morgen zal de Heere de schuldige aanwijzen. Als Achan aangewezen wordt, belijdt hij zijn zonde. Achan legt uit hoe hij tot zijn daad gekomen is. Hij zag, begeerde en nam (Gen. 3:6). Deze diefstal kostte hem, zijn familie en zesendertig soldaten het leven. Niemand zondigt goedkoop.

TOEPASSING – In het smeekgebed van Jozua klinkt bezorgdheid door. Wat zal de HEERE toch met Zijn grote Naam doen als het volk vernietigd wordt?! Jozua maakt zich bezorgd over Gods reputatie. Wordt ons maatschappelijk en geestelijk leven ook door deze bezorgdheid getypeerd (Ezech. 36:16-23)?

Wat staat er?

Hinderlaag
Na Achans begrafenis spreekt de HEERE opnieuw tot Jozua. Hij roept hem op om niet moedeloos of bang te zijn. Het volk krijgt een tweede kans. Ai zal overwonnen worden. Hoewel Jozua verzuimde te bidden om raad bij de eerste aanval op Ai, geeft de HEERE nu toch aanwijzingen hoe de stad ingenomen moet worden. Net als Jericho moet ook Ai met de ban geslagen worden. Alle waardevolle spullen en vee mogen de Israëlieten houden. Door middel van een hinderlaag dient de stad veroverd te worden. Diezelfde nacht stelt Jozua dertigduizend elitesoldaten verdekt op. De rest van het leger zou een frontale aanval op de stad Ai uitvoeren. Net als bij de eerste aanval zou het leger ‘op de vlucht slaan’. Op deze manier wilde Jozua de soldaten van Ai uit de stad lokken. Als dit zou lukken, konden de elitesoldaten de stad overvallen en in brand steken. Op dat moment zullen de mannen van Jozua zich weer tegen de inwoners van Ai keren. Aldus geschiedde. De koning van Ai werd aan een hout gehangen en ’s avonds bij de stadspoort onder een stapel stenen begraven.

TOEPASSING – Achan had gestolen van de HEERE en daardoor alles verloren. Bij de inname van Ai geeft de HEERE alle schatten en het vee aan de Israëlieten. Wat zegt dit over Gods voorzienigheid?

Wat betekent dit?

Gehoorzaamheid
Nadat de zonde van Achan openbaar was gekomen en bestraft was, verkeerde het volk niet langer onder de ban en kon de stad Ai ingenomen worden. Gods wil wordt dus niet verhinderd door menselijke zonden. Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben; Zij zijn allen morgen nieuw, Uw trouw is groot (Klaagl. 3:22-23). Hoewel Achan zijn zonde (letterlijk!) probeerde te bedekken, kwam deze toch openbaar. Zonden kunnen lang verborgen worden gehouden, maar op de jongste dag zal alles openbaar komen. Uit deze geschiedenis blijkt verder dat Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid samen op kunnen gaan. De Heere gaf bevel tot de aanval en Jozua stuurde zijn mannen eropuit om een hinderlaag te creëren. Hoewel we door gehoorzaamheid de zegen nooit verdienen, is het wel de weg waarlangs God de zegen wil geven. Door Gods genade mocht Israël uiteindelijk de overwinning op Ai behalen!

TOEPASSING – Na de smadelijke nederlaag van het volk Israël wordt de stad tenslotte toch ingenomen. Gods bevestigt hiermee Zijn beloften aan Jozua (1:5-6). Kent u deze momenten waarop opnieuw een blik op Gods trouw en goedheid geslagen mag worden?

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22